Search

VvOCM Vereniging van Oefentherapeuten

Visietraject

Word lid van VvOCM

Een blik op de toekomst: de oefentherapeut in 2030

Ervaar jij ook dat zekerheden wegvallen? Dat je je steeds moet aanpassen? De veranderingen in de wereld om ons heen gaan de laatste tijd razendsnel. De oefentherapeut is onderdeel van de gezondheidszorg. Je biedt zorg die nodig is en die belangrijk is voor de hele maatschappij. Hoe zorgen we ervoor dat de oefentherapeut deze rol ondanks alle veranderingen kan blijven vervullen, ook in de toekomst?

Oefentherapeut van nu tot later

De zorg wordt vanuit het Integraal Zorgakkoord anders ingericht om de zorg in de toekomst goed, toegankelijk en betaalbaar te houden. De oefentherapeut moet in dit nieuwe systeem een plek zien te vinden. Jij helpt mensen om weer goed te kunnen functioneren. Maar word je voldoende ingezet om gezondheidsproblemen te voorkomen en op te lossen? Wordt het belang van oefentherapie ingezien? En passen we ons snel genoeg aan alle technologische en organisatorische ontwikkelingen aan?

De toekomst van oefentherapie

VvOCM ontwikkelt samen met onze leden en stakeholders een visie op de toekomst van oefentherapie. We zoeken uit wat de ontwikkelingen in de gezondheidszorg betekenen voor de oefentherapeut. En welke stappen we moeten nemen om ons vak toekomstbestendig te houden. We denken vooruit, signaleren trends en mogelijkheden, kansen en risico’s. Het doel? Samen onze weg te vinden naar een stevige positie voor de oefentherapeut.

Bijeenkomst 9: De visie is klaar, de punten zijn op de i gezet!

De trends, de ontwikkelingen, de droom-en doembeelden hebben geleid tot een diepgaande dialoog tussen de leden van de visie commissie en van de klankbordgroep. Op basis hiervan en vanuit de meerwaarde die oefentherapeuten hebben is focus aangebracht. Die focus komt naar voren in drie belangrijke rollen die de oefentherapeut heeft.

Hieruit volgen de elementen, de thema’s waarvan het in alle situaties een goed idee is om erop in te zetten in de komende jaren. Ieder visie-element vraagt om een plan, een veranderagenda. En die noodzakelijke veranderingen vormen de basis voor het meerjarenbeleidsplan van VvOCM.

Nieuwsgierig geworden naar de rollen die we voor ons zien voor de oefentherapeut. Lees het document ‘visie op de toekomst’ dat je uiterlijk 4 april aanstaande ontvangt en agendastuk is voor de aanstaande AV. 

Wil je meer horen over het proces en de route die de visiecommissie heeft afgelegd om tot deze visie te komen, kom dan naar de online AV op 18 april aanstaande. 

Bijeenkomst 8: Wat is de waarde van oefentherapie zoals wij die geven?

Na het bespreken van trends, ontwikkelingen, dromen, doemscenario’s en verwachtingen is in 7 thema’s gebundeld wat nou de betekenis ervan is. Voordat de visiecommissie weer bij elkaar kwam was er in december een Algemene ledenvergadering.

Twee belangrijke trends

Tijdens deze vergadering presenteerde  Marjolein (begeleider van bureau Bebright)  een aantal trends en ontwikkelingen. Als we de waarde van oefentherapie, zoals oefentherapeuten die geven,  in de toekomst willen behouden, moeten we rekening houden met twee  belangrijke ontwikkelingen  Dat zijn:

  1. de hoge uitstroom en lage instroom van oefentherapeuten. Dit zorgt er namelijk voor dat de beroepsgroep kleiner wordt. Veel leden van de VvOCM zijn 50+, de studentaantallen zijn afgenomen en vaak gaan studenten werken in een ander vakgebied.
     
  2. de onduidelijkheid voor verwijzers en cliënten, doordat andere beweegprofessionals met hun eigen methode ook ‘oefentherapie’ geven. De titel ‘ oefentherapeut’ is namelijk een beschermde opleidingstitel, maar ‘oefentherapie’ is dat niet.

 

Hoe gaan we hier mee om?

Om te reageren op deze twee trends hebben de leden van  de visiecommissie drie lijnen beschreven voor de oefentherapeut in 2030.

  • Lijn1: focus: de zichtbaarheid en positie van de oefentherapeut wordt sterker doordat oefentherapeuten zich richten op groepen cliënten waarvoor de meerwaarde van oefentherapie het grootst is.
  • Lijn 2: de hulpvraag en de context van de cliënt staan in 2030 centraal bij het bepalen van het behandelplan, het ontwikkelen van richtlijnen en verzamelen van data voor onderzoek.
  • En lijn 3: in 2030 delen oefentherapeuten hun kennis en vaardigheden met andere paramedici in de beweegzorg. Hierdoor behouden we de oefentherapeutische methode en leren oefentherapeuten van andere professionals.

 

Volgende stappen

In de volgende sessie gaan we verder in op deze drie lijnen en ook op wat nodig is om dit waar te maken.

Bijeenkomst 7: Verder de diepte in: welke thema’s hebben invloed op het bestaan van de oefentherapie?

Tot nu toe bespraken van de trends, de ontwikkelingen, onze dromen en doemscenario’s, de verwachtingen en de kern van ons probleem. In sessie 7 hebben we dit gebundeld in 2 hoofdthema’s. Bij deze hoofdthema’s passen weer 7 thema’s die de betekenis ervan weergeven. Dit zijn ze:

  1. Opleiding en specialisatie
  2. Zichtbaarheid & Ondernemendheid
  3. Bewijslast en kwaliteit
  4. Samenwerken en netwerkzorg
  5. Gezondheid en preventie
  6. Digitalisering en digitaal behandelen/blended care

 

Input van de leden

In de afgelopen Algemene Ledenvergadering op 12 december zijn die 7 thema’s gedeeld met de bezoekers van deze AV. Dagna en Marjolein (de begeleiders van bureau Bebright) liepen nog eens door de stadia van het visietraject.

Een visie is een stip op de horizon, een context waarin de oefentherapeut moet opereren, biedt elementen om je koers te bepalen, helpt ons vakgebied te ontwikkelen en vormt een leidraad voor VvOCM voor het invullen van de taken als vereniging.

Daarna werd iedereen in groepen ingedeeld. Daar werden die thema’s besproken en antwoorden gegeven op de vraag:  welke verandering is volgens jou nodig?

Een greep uit de antwoorden  

Hier een greep uit de input:

  • Kwaliteit leveren we al. Bewijslast leveren lijkt voor ons het allerbelangrijkste.
  • Duidelijke onderscheiding van andere beweegtherapeuten
  • Vergoeding voor multidisciplinaire overleggen.
  • Aandacht voor de methode in plaats van de term oefentherapie.
  • Richt je op in de keten van zorg en raak betrokken bij de bevolking van Nederland.
  • Niet concurreren maar samen de patiënt centraal zetten.
  • Misschien nadenken over een andere naam? Waarom is na al die jaren onze naam nog niet goed zichtbaar?
  • Een brede inzet van coachingsvaardigheden van de OT met als doel preventie van klachten. Dus met name op leefstijl.
  • Opleiding: Modulaire aanpak, inclusief begeleidingsproject, Deuren open voor andere professionals. Kern: context en leren om beweegvraag duurzaam op te lossen.
  • In opleiding toevoegen geïntegreerde zorg. Positieve gezondheid, basis breed blijven kijken. Kijk in het werkveld en maak kennis met alle specialisaties.
  • Marktwerking uit de zorg halen.
  • Digitalisering is erg goed voor korte lijntjes met ander disciplines.
  • Kwaliteit is niet streven naar een pluspraktijk, maar zorgen voor een duidelijke wetenschappelijke onderbouwing voor het vak.
  • Houdt contact met de kern van oefentherapie de benadering van het veranderen van beweeggedrag op langere termijn.
  • Blijf goed in open contact met andere paramedici. Dat nodigt uit tot samenwerken.
  • Data aanleveren op gemakkelijke manier zodat we onderbouwen waar we zo goed in zijn.

Bijeenkomst 6: wat is nu eigenlijk vooral het probleem?

De oefentherapeut moet zich voorbereiden op de toekomst.

In de visiecommissie  bespraken we eerder de trends en ontwikkelingen, onze dromen, doemscenario’s en verwachtingen. In de zesde bijeenkomst onderzochten we het kernprobleem dat we ervaren als oefentherapeut.  

Oefentherapeut als individu en als beroepsgroep 

Er is veel vraag naar beweegzorgprofessionals, zowel op preventief als curatief gebied. Jij bent als oefentherapeut hard nodig! Maar door het geringe aantal (gespecialiseerde) oefentherapeuten kunnen oefentherapiepraktijken de hoeveelheid patiënten nauwelijks aan. Het is heel moeilijk om waarneming, collega’s, opvolgers of vervangers te vinden. Er is een hoge uitstroom uit het werkveld en een zeer lage instroom vanuit de opleidingen.  

Je hebt je handen vol aan je praktijk en geen tijd om (onbetaald) extra werkzaamheden te doen. Toch wordt het je wel gevraagd: bijdragen aan wetenschappelijk onderzoek, de organisatie van zorg en deelnemen aan allerlei netwerken. Dit is allemaal nodig om als beroepsgroep een speler te blijven in de nieuwe zorgmarkt.  

Behandelresultaten, wetenschappelijke evidentie voor de oefentherapeutische behandeling, administratie, samenwerking. Het is allemaal nodig om de vergoedingen van de zorgverzekeraar te behouden, zowel in de basis- als in de aanvullende verzekering. Vergoedingen die nog steeds niet het normtarief raken. Het is ook nodig om ingezet te worden vanuit overheids- en gemeenteprogramma’s. Uiteindelijk beïnvloeden de prestaties van de beroepsgroep op al deze gebieden of jij je werk als oefentherapeut kunt blijven voortzetten. 

Valt er iets te kiezen? 

Het schuurt: je wil je beroep als individuele oefentherapeut uitoefenen, maar tegelijkertijd ervaar je druk om te voldoen aan alle extra eisen die aan de beroepsgroep worden gesteld.  

Hoe organiseren we ons zo effectief mogelijk? Welke keuzes helpen ons verder? Is het mogelijk om de concurrentie aan te blijven gaan met alle spelers op de markt, terwijl er steeds nieuwe spelers toetreden? Krijgen we het normtarief ooit voor elkaar? We willen als beroepsgroep een stevige positie in de nieuwe zorgmarkt innemen. En als individu ons mooie vak met plezier kunnen blijven uitoefenen. 

In de volgende sessies gaat we uitdiepen of we strategische keuzes kunnen vinden die bij ons passen.  

Bijeenkomst 5: wie is de oefentherapeut en wat is oefentherapie?

We bespraken tijdens de vijfde bijeenkomst de identiteit van de oefentherapeut en de definitie van oefentherapie. Wat verbindt ons en wat maakt ons anders? Wat valt onder oefentherapie en wat niet? Hoe onderscheiden we ons van andere beweegzorgprofessionals zoals de fysiotherapeuten?

Er was een flinke discussie. We vinden het allemaal belangrijk om focus te brengen in de oefentherapeutische zorg. Als we blijven volhouden dat ‘we alles kunnen’ worden we uiteindelijk gezien als specialist in niets. Welke patiënten en aandoeningen hebben nu eigenlijk vooral baat bij de oefentherapie behandeling?

We waren het erover eens dat het beroepscompetentie- en opleidingsprofiel van de fysiotherapeut bijna volledig overeenkomt met dat van ons. Toch vinden we dat de praktijk anders is. De oefentherapeut leert mensen functioneel te bewegen, heeft didactische vaardigheden en past deze altijd toe. Daarom zijn we extra goed in het bewerkstelligen van gedragsverandering, zelfredzaamheid en eigen regie.

Bijeenkomst 3 en 4: durven dromen

In de derde en vierde bijeenkomst kregen we de gelegenheid om onze dromen te beschrijven. Gaat het om dromen voor de oefentherapeut? Of gaat het om dromen voor de gezondheid en de zorg van alle mensen in Nederland? Kun je dromen zonder rekening te houden met andere beweegzorgprofessionals? Moeten we dromen mét de andere beweegzorgprofessionals?

Het was zeker niet makkelijk om onze dromen in de groep te delen. Soms kregen we het er benauwd van. Ook kwamen er doembeelden naar boven. Dat de zorg gerobotiseerd wordt. Dat er geen persoonlijke aandacht meer kan zijn. Dat zorg alleen voor de rijken toegankelijk wordt.

Onze gezamenlijke droom is dat de oefentherapeut zorg blijft bieden; in een zorgsysteem dat werkbaar blijft; in een goede samenwerking met de andere (beweeg)zorgprofessionals. We hopen dat werken in de zorg leuk kan blijven en dat jongeren weer kiezen voor een opleiding in de (beweeg)zorg.

Bijeenkomst 2: wat merkt de oefentherapeut van deze ontwikkelingen?

We spraken tijdens de tweede bijeenkomst over de impact die de ontwikkelingen hebben op de (beweeg)zorg en de onzekerheden die dit met zich meebrengt. Dit zijn thema’s die aan de orde kwamen:

  • Beroepsvervaging in de beweegzorg
  • Meer kaders voor de oefentherapeut
  • Meer aandacht voor bewegen
  • Van cliënt centraal naar netwerk centraal in beweegzorg

Wat kunnen we verwachten? Waar moeten we zeker mee aan de slag? Welke onzekerheden spelen er? We zien dat nieuwe aanbieders de beweegzorgmarkt betreden. Dat de opleiding oefentherapie niet vaak meer gekozen wordt door studenten. En dat er steeds minder oefentherapeuten zorg bieden. Het is best spannend om onzekerheid onder ogen te zien. We hebben niet overal antwoord op.

Bijeenkomst 1: wat gebeurt er om ons heen?

In de eerste bijeenkomst brachten we de wereld om ons heen in kaart. Dit zijn de trends en maatschappelijke ontwikkelingen die we bespraken:

  • De samenleving in beweging
  • Toenemende tweedeling op verschillende vlakken
  • Veranderende arbeidsmarkt en toenemend arbeidstekort
  • Andere burger, andere overheid
  • Toenemende technologische ontwikkelingen, connectiviteit & transparantie
  • Netwerkzorg: dichtbij en integraal

We hebben geen invloed op deze trends, niet als burger, niet als oefentherapeut, maar ook niet als beroepsvereniging. De trends hebben wél impact op ons. Het was best confronterend om dit onder ogen te zien en er hardop over na te denken.

Cokkie vertelt...

                   

Op deze pagina vertelt Cokkie van Santen over de gesprekken die de visiegroep voert. Lees en denk met ons mee. Laat het weten als je tips of vragen hebt: c.vansanten@vvocm.nl 

Wist je dat ?

Deze afbeelding gebruiken we bij onze berichtgeving over het Visietraject Blik op de toekomst. Zo herken je nieuws over het visietraject meteen!