Nieuwe richtlijn HASP-paramedicus
Vanaf 5 juli integreert ZorgDomein de nieuwe landelijke richtlijn HASP-paramedicus in haar zorgplatform, zodat snelle, veilige, eenduidige en correcte informatie-uitwisseling tussen huisartsen en paramedici kan plaatsvinden. Dit geldt zowel voor de verwijzing als de terugkoppeling. Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) is de aanjager van de richtlijn, samen met de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en een zestal paramedische beroepsverenigingen. Door de integratie in ZorgDomein, wordt de richtlijn direct op grote schaal gebruikt, aangezien 91% van de huisartsen werkt met het zorgplatform.
Eind 2020 werd al de vernieuwde HASP-richtlijn geïntroduceerd en geïntegreerd in ZorgDomein, gericht op een betere overdracht van patiëntinformatie tussen huisarts en specialist. Nu is er dus ook de HASP-paramedicus, met hetzelfde doel: snelle, veilige, eenduidige en correcte informatie-uitwisseling die leidt tot betere onderlinge samenwerking en betere patiëntenzorg.
Carinke Buiting, wetenschappelijk medewerker van het Nederlands Huisartsen Genootschap: “We hadden al een HASP-richtlijn voor de fysiotherapeut ontwikkeld, maar die was nooit goed uitgerold. De paramedische beroepsverenigingen waren zeer enthousiast om die richtlijn uit te breiden en breed aan te haken. Heel begrijpelijk: zelfs mijn eigen fysiotherapeut zat enorm te wachten op goede informatie-uitwisseling met de huisarts. En vanuit het NHG gezien was het ook logisch om de paramedici op te nemen in de informatieketens.”
Richtlijn schept duidelijkheid
Zes paramedische beroepsverenigingen waren bij de ontwikkeling van de nieuwe richtlijn betrokken: die van fysiotherapie, ergotherapie, huidtherapie, logopedie en foniatrie, diëtetiek en oefentherapeuten Cesar en Mensendieck. Bij de laatste vereniging, de VvOCM, is Daniëlle Conijn Beleidsmedewerker Kwaliteit & Wetenschap. Ze is vooral te spreken over de duidelijkheid die de nieuwe richtlijn schept. Conijn: “Het is nu volledig helder voor verwijzer, behandelaar en patiënt op welk moment welke informatie wordt uitgewisseld. Die uniformiteit ontbrak in het verleden, bijvoorbeeld in de verwijzing die een oefentherapeut van de huisarts kreeg. Dat varieerde van een kort briefje met ‘graag activeren’ tot een uitgebreid medisch dossier, terwijl je als behandelaar natuurlijk informatie op maat wilt.”
Ook voor de patiënt heeft de uniforme richtlijn voordelen, vindt Conijn: “Dat maakt het zorgproces inzichtelijk; de patiënt weet welke informatie over hem of haar wordt gedeeld. Hij of zij kan ervan op aan dat de behandelaar beschikt over de relevante gegevens zoals de medische voorgeschiedenis. En doordat het plaatje compleet is, kun je als behandelaar ook sneller en efficiënter te werk gaan; dat levert dus betere zorg op.”
Pilot levert verbeteringen op
Om de richtlijn te testen, vond een pilot plaats in het werkgebied van de Zorgorganisatie Eerste Lijn. Carinke Buiting: “ZEL is ruwweg actief in de regio onder Den Haag. Het is een proactieve club op het gebied van informatie-uitwisseling en zij wilden heel graag als proefregio dienen voor de nieuwe HASP-paramedicus. Nog vóór alle handtekeningen onder de richtlijn stonden, waren de huisartspraktijken al begonnen met de nieuwe verwijzingen naar paramedici. De pilot heeft twee verbeteringen opgeleverd. Om te beginnen zijn de instructies in ZorgDomein uitgebreid, zodat het voor de invuller nóg duidelijker is wat de ontvanger graag leest. Verder onderzoeken we met de beroepsverenigingen en ZorgDomein op welke manier we in de toekomst ook de consulatieaanvraag kunnen aanbieden. Daarbij stuurt de huisarts een patiënt eenmalig naar een paramedicus door, met een duidelijk afgebakende hulpvraag.”
Focussen op de inhoud
Carinke Buiting is blij met een platform als ZorgDomein om de naleving van de herziene richtlijn te stimuleren: “Laat ik duidelijk zijn: de richtlijn kan ook worden nageleefd zonder ZorgDomein. Maar IT kan goed helpen om een richtlijn als deze na te leven. Daarmee krijg je als zorgverlener op het moment van informatieoverdracht het juiste sjabloon aangeleverd. Daar hoef je niet over na te denken; je kunt je dus volledig focussen op de inhoud.”
Daniëlle Conijn benadrukt dat er op ICT-gebied nog een belangrijke stap gezet moet worden: de verschillende patiëntendossiers moeten zó worden ingericht dat ze de informatie volgens de HASP-richtlijn kunnen doorgeven. Carinke Buiting is het daarmee eens, maar ze verwacht dat steeds meer EPD-leveranciers daartoe bereid zullen zijn. “Er ligt nu een landelijke richtlijn, breed gedragen door NHG en de paramedische beroepsverenigingen. Bovendien ligt de richtlijn inmiddels ook al bij Nictiz voor een Informatie Standaard. Dat zal de leveranciers van de paramedische EPD’s zeker het vertrouwen geven dat nodig is om ook in beweging te komen.”
Recente ontwikkelingen bevestigen deze visie: IT-leveranciers zoals Evry, ConsultManager en WinMens zijn momenteel samen met ZorgDomein bezig om verwijzingen én verslagen voor paramedici een stuk eenvoudiger te maken.
Zes paramedische beroepsverenigingen
- Ergotherapie Nederland (EN)
- Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF)
- Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD)
- Nederlandse Vereniging van Huidtherapeuten (NVH)
- Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie (NVLF)
- Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvOCM)