Verdwijnen VAR op 1 mei heeft grote impact
Op 1 mei 2016 treedt de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties in werking, inmiddels beter bekend als ‘de DBA’. Daarmee verdwijnt de VAR, de beschikking die praktijkhouders duidelijkheid geeft als er een zzp-collega in de praktijk komt werken. Daarvoor in de plaats komen nu voorbeeldovereenkomsten die vooraf zekerheid moeten geven over het ontbreken van inhoudingsplicht voor loonheffingen, inclusief sociale premies. De Belastingdienst publiceert hiervoor goedgekeurde overeenkomsten, online, herkenbaar per branche.
Opdrachtgever (praktijkhouder) en opdrachtnemer (de zzp’er) kunnen een overeenkomst van opdracht sluiten op basis van zo’n gepubliceerd voorbeeld. De Belastingdienst stelt dat er dan geen dienstbetrekking bestaat. Inhoudingen zijn dan niet aan de orde.
Maar: let op! Partijen moeten in de praktijk wel daadwerkelijk werken volgens wat er in de overeenkomst is bepaald. Het risico of dit naar de mening van de belastinginspecteur later bij een controle ook het geval is, ligt straks in eerste instantie bij de opdrachtgever. Van een vrijwarende werking, zoals bij de VAR, is in de nieuwe situatie immers geen sprake meer. Om de kans op naheffingen te beperken is serieuze aandacht en actie, met name bij de praktijkhouder, van groot belang.
Erik van Dam, senior consultant kennismanagement en netwerken bij VvAA, heeft voor de VvOCM een helder artikel geschreven over de nieuwe situatie.
Klik hier om het artikel te downloaden.